Het weer is momenteel wat onvoorspelbaar. Mooie en regenachtige dagen wisselen elkaar af, en ook gedurende de dag zien we best grote verschillen in de omstandigheden. Het is dan ook extra belangrijk scherp te zijn op de ontwikkeling van het komkommergewas. Graag delen wij onze actuele tips met je.
(Veredelingscode: DRCE1355) *Onder voorbehoud van goedkeuring
Het weer is momenteel wat onvoorspelbaar. Mooie en regenachtige dagen wisselen elkaar af, en ook gedurende de dag zien we best grote verschillen in de omstandigheden. Het is dan ook extra belangrijk scherp te zijn op de ontwikkeling van de komkommerteelt. Graag delen wij onze actuele tips met je.
Weersomstandigheden
Het weer is dus wisselend, maar de trend naar warmer voorjaarsweer is ingezet. Met meer licht en een beter lichtspectrum neemt ook de ontwikkelingsnelheid iets toe.
Teelten
Alle teelten zijn in productie en de eerste traditionele telers plannen al de 2e teelt. Doordat de nachten nog koud zijn en de dagen niet extreem warm, is het klimaat nog aardig te sturen. De kracht van de zon neemt wel al toe. Daarom is het in sommige gevallen toch nodig het scherpe randje weg te schermen. Dit is natuurlijk wel afhankelijk van de stand van het gewas. Een generatief gewas heeft eerder wat scherming nodig dan een vol, vegetatief gewas.
We gaven het de vorige keer al aan, en dit geldt eigenlijk nog steeds: soms worden buien afgewisseld met zonnige perioden. De zon heeft echter al dusdanig kracht dat zonnebrand op de loer ligt. Zonnebrand ontstaat doordat de ruimtetemperatuur sneller stijgt dan de vruchttemperatuur. Hierdoor gaat de vrucht, die voor 95% uit water bestaat, condenseren. Doordat de zon op de vrucht en dus de condens schijnt, werkt dit in principe als een vergrootglas: de zon brandt in op de huid van de komkommer. Dit kun je voorkomen door de ventilatielijn dichter naar de stooklijn te brengen en ervoor te zorgen dat de temperatuur niet te snel oploopt. Vaak komt zonnebrand voor als in een korte tijd van 1 tot 2 uur de temperatuur 3 tot 5°C stijgt. Probeer dit dus te voorkomen.
TRADITIONELE TEELT
In de traditionele parapluteelt loopt de productie vrij aardig. Probeer de vrucht wat bovenin te houden zodat deze maximaal profiteert van het zonlicht. Regelmatig een rankje toppen en een blaadje bovenin wegnemen, versnelt de uitgroeiduur van de vrucht. Voorkom een tunneleffect en laat niet te veel blad zitten. In de hogedraadteelt meten we altijd de LAI in de teelt, maar dit geldt in zekere zin ook voor de traditionele teelt. In de hogedraadteelten zien we nu dat we met 3,0 tot 3,3 stengels/m2 en 17 tot 18 bladeren/stengel, een LAI van 2,5 bereiken. Dat is voor nu genoeg. 2 hoofdranken aan een plant is in principe ook 2,8 tot 3,2 stengels/m2, dus ook in de traditionele teelt is het uit te rekenen.
HOGEDRAADTEELT
In de hoge draad groeit ook alles netjes. Teelten zijn in balans, zeker als er goed gedund wordt. Een goede balans betekent: eerste bloei op 7e tot 8e blad van de kop en 5 tot 7 vruchten belasting per stengel. Dit is ook een beetje afhankelijk van het gewenste vruchtgewicht. De uitgroeiduur van bloei naar oogstbare vrucht is ongeveer 18 dagen oftewel 18.000 tot 20.000 Joules. Je kunt dus uitrekenen hoeveel komkommers je de komende 2 weken potentieel kan oogsten.
Probeer met de temperatuur- en ventilatie-instellingen een zo goed mogelijk klimaat en etmaal te maken. In de ochtend mag het gerust iets koeler zijn, in de middag mag de temperatuur weglopen door de ramen wat te knijpen. Dit kun je doen door de maximale raamstand te verlagen, of de P-band te verhogen. Pas wel op, zeker in de namiddag, dat je niet het vocht te ver op laat lopen. Juist in deze periode ontstaat veel Mycosphaerrella. Zorg ervoor dat het vochtdeficiet niet onder 1,5 komt. Sommige telers kijken ook naar het Absolute Vocht (AV). Vuistregel is dat het AV 5 punten moet verschillen met de kastemperatuur. Dus 21,0°C kastemperatuur = AV 16,0. Dit is uiteraard slechts een richtlijn.
Het ras Paxtor doet aardig mee met de gangbare rassen. Op dit moment is Paxtor nog altijd iets korter geschakeld, wat een voordeel is qua arbeid vanwege het minder te hoeven laten zakken. De vruchtvorm is wat onderscheidend, met een wat vlakke onderkant.
In de belichte hogedraadteelten, vanaf (begin) december geplant, zien we dat het ras Garpo het nog altijd goed doet. Bij de hybride belichting zagen we dit ras heel korte internodes maken: 5,5 cm. Bij 7 bladeren per week was de lengtegroei slechts 38 cm. Nu we de laatste weken meer en meer alleen LED gebruiken, zien we de lengte weer toenemen richting de 10 cm. Op dit moment proberen we uit te komen op minimaal 1.500 joules gemiddeld per dag voor voldoende productie. Dat betekent dat je op sommige dagen wat meer LED gebruikt dan op andere dagen. Stengellengte op dit moment is 7 tot 8 meter.
Klimaat
In het begin van de teelt konden we de ventilatie wat verder weg van de stooklijn instellen. Nu moeten we zeker oppassen en de luchtlijn wat dichter naar de stooklijn brengen. Pas op voor temperaturen boven de 26 tot 28°C in de kas.
Voorbeeld instelling:
Tijd: | Verwarmingstemperatuur: | Ventilatietemperatuur: |
Zon op | 20,0°C | 21,0°C |
12:00 uur | 21,0°C (+1,0°C op licht) | 22,5°C (+2,0°C op licht) |
18:00 uur | 18,0°C | 19,0°C |
00:00 uur | 19,0°C | 20,0°C |
Laat het etmaal altijd afhankelijk zijn van het licht. Dus bij weinig licht (0 tot 200 Joules) zitten we rond de 19,0 tot 19,2°C etmaal en bij een lichte dag (2.000 Joules) mag het etmaal 21,5 tot 22,3°C zijn, afhankelijk van traditionele of hogedraadteelt. Bij een hogedraadteelt moeten we altijd op kracht en groei werken en zal het etmaal dus normaal gesproken altijd lager zijn dan bij een traditionele teelt. Maak de instelling zo dat de basis altijd normaal is (19,0°C berekende etmaal) en maak invloeden op basis van licht.
Energie
De gasprijzen zitten op een redelijk niveau. Besparen kan zoveel als mogelijk, maar pas op dat je niet te ver het randje opzoekt. Er zal wat energie in de teelt moeten om een redelijke productie te hebben én problemen te voorkomen.
Schermen en coatings (krijt)
Het beweegbare scherm is altijd nog nodig in deze periode; de nachten kunnen nog vrij koud zijn. Het beweegbare scherm mag open als het buiten > 8,0°C is of als er meer dan 150 tot 180 Watt straling is. Bij lagere temperaturen moet de stralingsgrens naar boven: tot >250 Watt bij temperaturen boven het vriespunt. Stuur je op relatieve temperaturen, dan moet het verschil ongeveer 8 tot 10 °C in de nacht zijn en 10 tot 12 °C overdag. Op een mooie dag wordt er ook al weer op uitstraling geschermd in de voornacht. Laat in dat geval het scherm tot 80% dichtlopen wanneer de straling op < 80 Watt komt in de voornacht. Als het buiten en binnen verder afkoelt kan het scherm weer naar 100%.
Kieren in het scherm zorgt voor kouval en een ongelijk klimaat. Probeer dus altijd eerst te luchten boven een gesloten scherm om zo vocht af te voeren en trek alleen als dat echt niet lukt een klein kiertje in het scherm.
Nu de straling weer toeneemt, komen ook de coatings weer in beeld. Een coating voorkomt best wel wat stress in de plant omdat de kop- en planttemperatuur wat lager wordt. Ook de ruimtetemperatuur wordt iets lager. Kortom, een win-winsituatie voor mens en plant. Overleg met je voorlichter of het bedrijf wat coatings verkoopt wat de beste coating is voor jouw situatie.
Watergift
Afhankelijk van het teeltmedium start je 2 uur na zonsopkomst en stop je 2 tot 3 uur voor zonsondergang op steenwol. Op perlite en kokos mag dit 1,5 uur na zonsopkomst zijn tot 1,5 tot 2 uur voor zonsondergang.
Laat de watergift afhangen van de teeltfase. Een vol producerend gewas heeft al snel 2,5 tot 3,0 ml/Joule nodig. Oftewel 25 tot 35% drain. Een net geplant gewas vraagt om 0,5 tot 1,0 ml/Joule.
Probeer ongeveer 4 uur na zonsopkomst de eerste drain te realiseren. Dit is 1,5 tot 2 uur na de eerste beurt. Neem je een watermonster voor drainwateranalyse? Doe dit altijd rond lunchtijd. Dat geeft het beste beeld weer van de voeding.
Streef een EC van 3,0 tot 3,5 na in de mat en drain. Bij een te lage EC kun je iets sneller last hebben van Mycos. En bij een hoger EC remt de verdamping van de plant enigszins = generatiever = minder gevoelig.
Probeer gutatie, waarbij druppels door de bladranden lekken, te voorkomen. Gutatie is het gevolg van worteldruk in combinatie met een te inactieve plant/kop. De plant drukt het water via de zwakste cellen in de plant naar buiten. Is dit het geval? Probeer dan de watergift wat te beperken en de eerste druppelbeurt uit te stellen. Vaak komt dit ook voor tijdens een donkere dag/ochtend volgend op een mooie zonnige dag; de plant/wortel is dan nog heel actief van de voorgaande dag. Probeer het gewas wat te activeren en zorg dat de plant voldoende kan verdampen. Een ander probleem kan namelijk zijn dat de bloemen op de vrucht ook lekken en nat worden, met als gevolg een groter risico op het krijgen van Mycosphaerrella.
CO2
Bij teelten die in productie zijn moet de dosering op niveau zijn. Dat betekent 1,5 uur na zonsopkomst tot 1,5 tot 2 uur voor zonsondergang CO2 doseren. Stel de waardes nu in op minimaal 400 tot 450 ppm en maak op straling een verhoging van 400 tot 450 ppm. Dan komen we uit op een maximum van 800 tot 850 ppm. Meer is niet nodig. Boven de 800 ppm vlakt de toegevoegde waarde enorm af en is deze ook bijna niet te realiseren.
In CO2 van een WKK kunnen schadelijke gassen zitten die, doordat we de ramen dicht hebben, zich opstapelen in de kas. Dit is echter, doordat het wat warmer is en we wat meer luchten, eigenlijk geen issue meer. Als we voorzichtig een luchtje trekken, is het doseren van WKK-CO2 iets minder een probleem.
Problemen
Langzaamaan zien we wat meeldauw ontstaan. Ook komt hier en daar wat spint voor. Probeer hier adequaat op te reageren door voldoende in te zetten. Is er sprake van meeldauw? Voer dan een bespuiting uit.
Probeer problemen te voorkomen door regelmatig te scouten, maar zeker ook preventief in te zetten. Maak met je bio-adviseur een plan. Alleen al door er op tijd bij te zijn, kun je veel narigheid voorkomen.
Qua schimmels is het vooral belangrijk de vochtbalans op peil te houden. Vermijd een VD < 1,5 in de kas. Een half uurtje is geen probleem, maar het moeten geen uren worden.
In het geval van Mycosphaerella: pas op met het snel openen van het scherm en luchten. Door kouval wordt de kop van de plant koud en minder actief. Door de worteldruk en watergift staat de plant te pompen en moet deze zijn water kwijt. Dit gaat altijd via de zwakste cellen in de plant: de bladranden en bloemen. Vaak zie je bij een actieve wortel en inactieve kop van de plant de zogenaamde guterende bladeren en bloemen. Dit kan leiden tot een Mycos-aantasting.
Dit guteren zie je vaak ook op een donkere dag na een mooie lichte dag: de wortel/plant is nog zo actief dat het water via de zwakke cellen naar buiten komt. In zulke gevallen is het beter iets later te starten en iets minder te doseren.
Zorg voor wat luchtcirculatie door onder in het gewas (traditionele teelt) 3 bladeren weg te snijden. Voordeel hiervan is dat ook het waterschot (scheuten) weg is.
Komkommers telen is én blijft topsport! Probeer overal bovenop te zitten en niet te verslappen. Het eerste werk in de ochtend? Kijken hoe het klimaat is en was in de afgelopen uren. Controleer in de grafieken hoe hoog het vocht was, hoe de temperaturen zich verhouden, et cetera. Iedere fout wordt afgestraft en kost je productie!
Ken jij onze nieuwste introductie voor de zomer al?
Met DRCE1355 lanceert De Ruiter een no-nonsens ras voor de traditionele teelt. Dit ras heeft een hoog productiepotentieel, een goede intermediaire resistentie (IR) tegen meeldauw én een solide en bewezen resistentie tegen CGMMV. De DRCE1355 is voornamelijk enkelvruchtig en is weinig selectief. In de zomerteelt resulteert dit in een vlotte productie.
Met DRCE1355 ga je dus voor productie, zekerheid en een goede start!
Wil je meer weten over het ras? Neem dan contact op jouw De Ruiter-contactpersoon of met Jonas De Win.

Teelttips tomaat en komkommer
Wilt u onze teelttips ook rechtstreeks in uw mailbox ontvangen? Meld u dan meteen aan!