ToBRFV-opname door wortels
Over het algemeen begint een virusinfectie met een mechanische besmetting, wanneer werknemers plant werkzaamheden uitvoeren. Het virus verplaatst zich snel naar de kop van de plant (het meest actieve groeigebied), maar ook naar de wortels via het floëem.
In sommige gevallen kan ToBRFV de plant infecteren via drainwater en/of substraat. Om dit probleem te onderzoeken heeft Bayer bij een onafhankelijk instituut een experiment uitgevoerd om uit te vinden hoe gemakkelijk wortels besmet kunnen worden.
In die proef werden jonge planten opgekweekt tot de wortels aan de onderkant van het normale steenwolblok zichtbaar waren. Deze wortels werden vervolgens beschadigd om daarna met een oplossing met ToBRFV te worden geïnfecteerd. Na zes weken werden de wortels en de bovengrondse plantdelen getest op ToBRFV.
De resultaten toonden aan dat de wortels in het midden van het steenwolsubstraat (dus niet de wortels die aanvankelijk geïnfecteerd waren) zeer weinig ToBRFV bevatten. De PCR-waarden waren ongeveer 32, wat wijst op nauwelijks aanwezig zijn van virusdeeltjes. Wat betreft biologische relevantie is dit onvoldoende om een ToBRFV-infectie in de plant vast te stellen. In de bladeren van de bovenstam werd helemaal geen virus aangetroffen, wat aangeeft dat ToBRFV niet vanuit de wortels naar de scheuten van de bovenstam werd vervoerd. Dit resultaat, wat suggereert dat er weinig of geen opname van het virus via de wortels plaatsvindt, sluit aan bij ander onderzoek*.