Onderzoek toont een ongelijke virustoename en -verdeling in planten aan

Telen met ToBRFV: Een nieuwe realiteit #3
"Het lijkt erop dat de overdracht van de infectie tussen de koppen van de planten zich veel sneller verspreidt in dezelfde rij. Dit ondersteunt het advies dat desinfectie van trolleys en handschoenen een manier is om de verspreiding van het virus tegen te gaan."
Harmen HummelenVegetables By Bayer Field Quality Lead

Tomato Brown Rugose Fruit Virus (ToBRFV) 'infecteert' de plant en de planten in een rij niet op dezelfde wijze. Het virus wil dáár zijn waar de actieve groeipunten zitten en wil zich daar het snelst vermenigvuldigen. Virussen geven de voorkeur aan sommige delen van de plant boven andere delen. Dit blijkt uit een experiment van Bayer met rode trostomaten.

Virustoename in planten
Er lijkt een groot verschil te zijn in de ToBRFV-toename tussen tomatenplanten. In dit experiment, hebben we gekeken naar een ongecontroleerde natuurlijke infectie op de locatie van een teler. Elke 2 weken werden van dezelfde individuele planten de kroontjes van de rode vruchten getest, zie grafiek, met de RT-qPCR-methode. De laagste hoeveelheid virus die betrouwbaar kan worden gedetecteerd ligt rond een Ct 32. De grafiek begint daarom bij 32. Bij een actieve infectie daalt de Ct-waarde in een bepaald tijdsbestek, wat betekent dat de virushoeveelheid toeneemt.

Uit de grafiek blijkt dat het virus in 2 weken sterk toeneemt, waarbij meerdere planten van Ct 30 tot rond Ct 15 gaan (rij e en f). Andere planten zitten nog steeds rond een Ct van 30. De planten in rij e en f, blijven afnemende Ct-waarde vertonen en bereiken na 4 tot 6 weken een Ct van rond de 10.

Kijkend naar plant b (de rode lijn) dan is deze plant misschien niet echt geïnfecteerd na 0, 2 of 4 weken, aangezien de Ct rond de 30 ligt. De lage virusniveaus die worden gedetecteerd, kunnen een virus zijn dat afkomstig is van naburige planten, wat betekent dat het virus aan de buitenkant van deze plant ligt, in plaats van dat het om een interne infectie gaat. Zes weken ná het begin van het testen, is de Ct 21, wat aangeeft dat er sprake is van een virusinfectie, en in de weken daarna blijven de Ct-waarden dalen.

De groep planten met een vroege infectie vertoont een sterke initiële daling, planten van rij e en f (lijnen in blauw en groen). Planten in deze rijen die later worden getest, lijken een langzamere toename van het virus te hebben.

De eerste meting was eind april en vier weken later, half mei, lijkt de virustoename afgenomen bij die planten.

Na 4 tot 10 weken zijn alle planten zwaar geïnfecteerd en bereiken een Ct-waarde van rond de 10.

virus spread tobrfv ToBRFV-toename in tomatenplanten in de loop van de tijd. De aanwezigheid van het ToBRFV-virus werd gemeten met RT-qPCR en uitgedrukt in Ct-waarde. Lagere Ct-waarde betekent hogere virusaantallen.

2 stengels ander infectieniveau
ToBRFV monitoren in 2 stengels van 1 plant waarbij de stengels in 2 verschillende paden hangen, liet in sommige gevallen een groot verschil in virusconcentratie zien. Het verschil in virusconcentratie bedroeg in de daaropvolgende weken maximaal 15 Ct-punten en er werden ook verschillen in zichtbare symptomen waargenomen.

Dit was verrassend, omdat verwacht werd dat het virus zich van de stengel via de stengelbasis en wortels naar de andere stengel van de plant zou verspreiden. Het lijkt erop dat de twee koppen van de plant min of meer autonoom zijn. Het is bekend, dat bovengrondse plantendelen in contact staan ​​met hun ‘eigen’ wortels, maar er werd verwacht dat er virusuitwisseling zou plaatsvinden omdat het een gedeeld wortelstelsel betreft. Dit is slechts een klein experiment en het is mogelijk dat dit niet in alle gevallen standaard is.

Tomatenplanten werden getest met RT-qPCR op ToBRFV-concentratie. Lagere Ct-waarde betekent hogere virusaantallen. Plantenstengels hingen in 2 verschillende paden, aangegeven als links en rechts van 1 plant. Week 0 is begin juni; tot half juli wordt er twee-wekelijks getest.

Observaties
Planten op dezelfde mat of goot kunnen verschillende virus hoeveelheden hebben. De virushoeveelheden zijn zelfs verschillend tussen de 2 stengels op dezelfde onderstam van 1 plant, die in verschillende paden hangen. Beide observaties geven aan, dat de wortels waarschijnlijk niet de belangrijkste overdrachtsroute voor het virus zijn.

Het lijkt erop dat de overdracht van de infectie tussen de koppen van de planten zich veel sneller verspreidt in dezelfde rij. Dit ondersteunt het advies dat desinfectie van trolleys en handschoenen een manier is om de verspreiding van het virus tegen te gaan.

 

Dit artikel is opgesteld door Harmen Hummelen, field quality lead, en is deel 3 van onze Bayer's ‘Growing with ToBRFV: A new reality’-serie. Volg ons voor deel 4 van deze serie over ToBRFV, over:‘Viruspreventie na detectie’, dat binnenkort zal verschijnen.

Samen strijden tegen ToBRFV

Het Tomato Brown Rugose Fruit Virus (ToBRFV) treft tomatenplanten wereldwijd en verspreidt zich razendsnel. Bij Vegetables by Bayer zet ons toonaangevende R&D-team zich in voor het ontwikkelen van duurzame en wetenschappelijk onderbouwde oplossingen om deze bedreiging het hoofd te bieden. Ontdek de laatste ontwikkelingen en leer hoe u kunt bijdragen aan het voorkomen van de verspreiding van ToBRFV.

This browser is no longer supported. Please switch to a supported browser: Chrome, Edge, Firefox, Safari.