Veroorzaker
Golovinomyces cichoracearum (synoniem = Erysiphe cichoracearum)
Podosphaera xanthii (synoniem = Sphaerotheca fuliginea)
Verspreiding
Wereldwijd
Symptomen
Alle komkommerachtigen zijn gevoelig voor echte meeldauw. De symptomen verschijnen als vaalgele vlekken op stengels, bladstelen en bladeren. Infectie kan optreden aan de boven- en onderkant van het blad. Naarmate de vlekken groter worden, worden conidia gevormd vanuit het aangetaste weefsel en de vlekken krijgen een poederig uiterlijk. Geïnfecteerde bladeren worden geleidelijk geel en kunnen vervolgens bruin en papierachtig worden. In het algemeen worden komkommerachtige vruchten niet rechtstreeks aangetast door echte meeldauwschimmels. Vanwege het bladverlies kunnen vruchten worden blootgesteld aan direct zonlicht, wat tot zonnebrand en verminderde vruchtkwaliteit leidt. Vruchtinfectie is zeldzaam, maar kan voorkomen bij watermeloen en komkommer.


Voorwaarden voor ziekteontwikkeling
De schimmels die echte meeldauw veroorzaken, zijn obligate parasieten, d.w.z. dat ze een levende gastheer nodig hebben om te overleven. Deze schimmels overwinteren gewoonlijk op onkruid en worden door luchtstromen over lange afstanden vervoerd. Infectie kan plaatsvinden zonder vrij vocht op het plantoppervlak, hoewel een hoge vochtigheid (50–90% RV) nodig is. Kolonisatie, sporulatie en verspreiding van conidia worden bevorderd door droge omstandigheden. Ziekteontwikkeling wordt bevorderd door krachtige plantengroei, gematigde temperaturen, weinig licht en dauwvorming. Infectie kan optreden tussen 10–32 ºC (50–90 ºF), en de optimale infectietemperatuur ligt tussen 20–27 ºC (68–80 °F).
Bestrijding
Verbouw resistente variëteiten, indien beschikbaar. Voer een preventief fungicide bespuitingsprogramma in om infectie te vertragen en de ziekte-incidentie te verlagen. Bij beschermde teelt praktijken die weelderige groei bevorderen, vermijden. Onkruidbestrijding en goede hygiëneprogramma’s kunnen ook bijdragen aan het bestrijden van echte meeldauw.