Phytophthora kop- en wortelrot (Phytophthora)

Phytophthora capsici
Phytophthora spp.

Phytophthora capsici en andere Phytophthora spp. kunnen een reeks symptomen veroorzaken bij komkommerachtigen, van het omvallen van jonge zaailingen tot kop- en wortelrot, bladvlekken, loofverbruining en vruchtrot voor en na het oogsten bij volwassen planten. De symptomen van Phytophthora kop- en wortelrot manifesteren zich vaak snel, waarna de plant binnen een paar dagen doodgaat. Vaak laten aangetaste planten een plotselinge, permanente verwelking zien. Stengels kunnen inzakken terwijl het blad van verwelkte planten groen blijft. In de wortels, kop en onderstengel, dicht bij de grond, ontwikkelen zich met water verzadigde gedeelten. Weefsels worden zacht en verkleuren van gezond wit naar geel- tot donkerbruin. In gevorderde stadia vallen de laterale wortels af en uiteindelijk kan het complete wortelstelsel vernietigd worden.

Deze Phytophthora spp. overleven van het ene seizoen tot het volgende in geïnfecteerd weefsel van komkommerachtige of in weefsel van een van de andere waardplanten (bijv. aubergine, paprika en tomaat). Dit organisme is in staat zich te verspreiden als zoösporen die vanuit sporangia vrijkomen in het oppervlakte- en irrigatiewater, en ook als sporangia die vrijkomen in de lucht. Overirrigatie, zware regenval en slechte drainage bevorderen Phytophthora kop- en wortelrot. Hoge temperaturen in het midden- en naseizoen vormen een extra belasting voor toch al verzwakte planten en de ziekte kan snel voortschrijden. De incidentie van Phytophthora kop- en wortelrot is het hoogst in laaggelegen delen van velden waar de bodem lange tijd verzadigd blijft. Het verhogen van de frequentie en/of duur van irrigatie zal de incidentie van deze ziekte verhogen. Bevorderlijke omstandigheden voor deze ziekteverwekker zijn o.a. bodemtemperaturen hoger dan 18 °C (65 °F) en langdurige natte perioden met luchttemperaturen tussen 24–29 °C (75–85 °F).

Er is niet één enkele methode beschikbaar die een adequate bestrijding van Phytophthora kop- en wortelrot biedt. Tot de teeltmaatregelen  die de infectie blijken te beperken, behoren irrigatiebeheer (bijv. druppelirrigatie) en hoge plantbedden, die de drainage verbeteren. Zo mogelijk wisselteelt met paprika en, in minder mate, andere solanumsoorten (bijv. aubergine, tomaat) vermijden. Een aanvullende methode om de ziekte onder controle te houden, is buitensluiting van ziekteverwekkers door goede hygiëne- en kweekpraktijken te volgen. Verder zijn fungicide spuitmiddelen en bodemfungiciden effectief gebleken.