Veroorzaker
Fulvia fulva
(syn: Cladosporium fulvum)
Er zijn vele fysiologische stammen gemeld.
Verspreiding
Wereldwijd
Symptomen
De eerste symptomen verschijnen als lichtgroene tot gelige gedeelten op de bovenkant van de oudere bladeren. Dit valt samen met de ontwikkeling van massa’s olijfgroene schimmelconidia op de onderkant van het blad. Naarmate de ziekte voortschrijdt, worden de onderste bladeren geel, waarna ze afvallen. De schimmel doet zich gewoonlijk voor op de bladeren, maar de stengels, bloesems en vruchten kunnen ook geïnfecteerd worden. Geïnfecteerde vruchten ontwikkelen een zwarte, leerachtige rot aan het kelkuiteinde. Hoewel deze ziekte ook in het veld optreedt, is ze met name een probleem in kassen, waar ze zich onder gunstige omstandigheden snel kan verspreiden.

Voorwaarden voor ziekteontwikkeling
Deze schimmel is een efficiënte saprofyt die als conidia en sclerotiën ten minste een jaar in de bodem en in plantenresten kan overleven. De conidia worden gemakkelijk door wind en regen verspreid. Verspreiding kan ook plaatsvinden via kleding en apparatuur van medewerkers. Hoge (90%) relatieve vochtigheid en hoge (24 °C, 75 °F) temperaturen zijn optimaal voor de ziekteontwikkeling. Ziekte kan echter ook optreden tussen 10-32 °C (50-90 °F). Bladschimmel ontstaat niet als de relatieve vochtigheid minder is dan 85%.
Bestrijding
Een goed fungicide bespuitingsprogramma en voldoende luchtbeweging en verwarming om de relatieve vochtigheid tot minder dan 85% te laten dalen, kunnen doeltreffend zijn om verliezen door deze ziekte te beperken. Zo mogelijk dienen resistente variëteiten te worden gebruikt. Dit is echter vaak een probleem, vanwege de extreme diversiteit van de schimmel.