Ziektewijzer

Botrytis cinerea (teleomorf: Botryotinia fuckeliana)

Deze schimmel kan alle bovengrondse delen van de plant infecteren en dringt gewoonlijk binnen via wonden. Op de stengel zijn elliptische, met water verzadigde laesies de eerste tekenen van infectie. Deze laesies ontwikkelen zich bij een hoge vochtigheid tot een grijze, schimmelachtige woekering, die de plant kan omringen, waardoor hij doodgaat. Stengellaesies vertonen vaak concentrische ringen. Bladinfectie begint doorgaans bij een beschadiging en ontwikkelt zich tot een V-vormige laesie, die bedekt wordt met grijze schimmelsporulatie. Deze schimmel infecteert gewoonlijk het kelkuiteinde van de vruchten, vanwaar hij zich snel kan verspreiden, waarbij grijsbruine sporulerende laesies worden gevormd waaruit later een waterige rot ontstaat. Ghost Spot, een apart vruchtsymptoom dat veel voorkomt, wordt gekenmerkt door kleine witte tot bleekgele of groene ringen die zich ontwikkelen op groene of rode vruchten. Deze ontstaan wanneer de schimmel de vruchten infecteert, maar verdere ziekteontwikkeling wordt tot staan gebracht wanneer de vruchten aan direct zonlicht en hoge temperaturen worden blootgesteld. Ghost Spot ontwikkelt zich niet verder, maar de vlekken verminderen de marktkwaliteit.

Deze schimmel heeft een breed scala van gastheren, is een efficiënte saprofyt en kan lange tijd in de bodem en geïnfecteerde plantenresten overleven in de vorm van sclerotiën. Hij wordt als een zwakke parasiet beschouwd en infecteert het plantenweefsel gewoonlijk via wonden. Als de vochtigheid adequaat is, worden massa’s grijze schimmelsporen geproduceerd en gemakkelijk via de wind verspreid. Voor de ziekteontwikkeling zijn bewolkte, koele en vochtige omstandigheden vereist. Dichte beplanting en slechte ventilatie kunnen tot ernstige problemen met grauwe schimmel leiden.

Een goed fungicide bespuitingsprogramma en adequate ventilatie voor de planten, door snoeien en vervolgens een fungicide aanbrengen op de snoeiwonden, kan verliezen door deze ziekte beperken.